ECLI:NL:CRVB:2017:1634
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstandsverlening op grond van onvoldoende bewijs van inkomsten uit verkoop fietsen
Op 25 april 2017 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De zaak betreft een afwijzing van een aanvraag om bijstand ingevolge de Participatiewet door het college van burgemeester en wethouders van Terneuzen. Appellant, die tot 1 april 2015 een uitkering op grond van de Werkloosheidswet ontving, diende op 13 maart 2015 een aanvraag in voor bijstand. Het college verzocht appellant om nadere gegevens, waarna een huisbezoek plaatsvond. Tijdens dit huisbezoek werden meerdere fietsen aangetroffen en appellant verklaarde dat hij deze opknapte en verkocht, maar geen bewijsstukken over zijn inkomsten overlegde.
Het college wees de aanvraag af op basis van het niet voldoen aan de inlichtingenverplichting, omdat appellant geen bewijs had geleverd van zijn inkomsten uit de verkoop van fietsen. De rechtbank verklaarde het beroep tegen deze afwijzing ongegrond. In hoger beroep voerde appellant aan dat hij met de verkoop van de fietsen niet meer verdiende dan de bijstandsnorm en dat het college hem had moeten voorlichten over het bijhouden van een boekhouding. De Raad oordeelde dat appellant niet voldoende duidelijkheid had verschaft over zijn inkomsten, waardoor het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld. De beroepsgronden van appellant werden verworpen, en de Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank.