ECLI:NL:CRVB:2017:1801
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake verzoek om loskoppeling van het inkomen van de vader in het kader van de aanvullende beurs
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 mei 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. De zaak betreft een verzoek van betrokkene om bij de vaststelling van de aanvullende beurs geen rekening te houden met het inkomen van haar vader, vanwege een ernstig en structureel conflict dat voortvloeit uit de alcoholverslaving van haar vader. Betrokkene heeft in haar jeugd te maken gehad met geweld en verwaarlozing door haar vader, wat heeft geleid tot een langdurig verstoorde relatie. Ondanks het verleden heeft betrokkene in de afgelopen jaren weer enig contact met haar vader onderhouden, voornamelijk uit verantwoordelijkheidsgevoel en om haar kinderen de mogelijkheid te geven hun opa te leren kennen.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft het verzoek om loskoppeling afgewezen, met de argumentatie dat er geen sprake zou zijn van een ernstig en structureel conflict in de zin van de wet. De rechtbank heeft in een tussenuitspraak geoordeeld dat het bestreden besluit in strijd was met de wet, maar de Minister heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om het besluit te herstellen. In de einduitspraak heeft de rechtbank het beroep gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd.
In hoger beroep heeft de Centrale Raad van Beroep geoordeeld dat de situatie van betrokkene niet voldoet aan de strikte conflicteis zoals bedoeld in de wet. De Raad concludeert dat, hoewel de relatie tussen betrokkene en haar vader ernstig verstoord is, dit niet voldoende is om tot loskoppeling te besluiten. De Raad vernietigt de eerdere uitspraken van de rechtbank en verklaart het beroep ongegrond, waarmee de afwijzing van het verzoek door de Minister in stand blijft.