Uitspraak
16.1848 WWB, 16/1849 PW
OVERWEGINGEN
,heeft het college de bijstand van appellanten met ingang van 1 december 2014 gedurende één maand met 80% verlaagd. Aan het bestreden besluit ligt ten grondslag dat appellante niet op het gesprek van 5 december 2014 is verschenen. Daarmee heeft zij nagelaten mee te werken aan een voorziening gericht op arbeidsinschakeling. Tevens is rekening gehouden met de omstandigheid dat sprake is van recidive. Bestreden besluit 1 is gebaseerd op de artikelen 9 en 18, tweede lid, van de WWB en op de Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand van de gemeente Haarlem (verordening), zoals deze verordening tot 1 januari 2015 gold.
,heeft het college de bijstand met ingang van 1 januari 2015 gedurende één maand met 100% verlaagd. Aan de besluitvorming ligt ten grondslag dat appellante niet op het gesprek van 12 januari 2015 is verschenen. Daarmee heeft zij wederom nagelaten mee te werken aan een voorziening gericht op arbeidsinschakeling. Tevens is rekening gehouden met de omstandigheid dat sprake is van recidive. Bestreden besluit 2 is gebaseerd op de artikelen 9 en 18, tweede lid, van de per 1 januari 2015 in werking getreden Participatiewet (PW) alsmede op de “Afstemmings-verordening Participatiewet, IOAW, IOAZ” van de gemeente Haarlem (verordening), zoals deze verordening per 1 januari 2015 gold.