Uitspraak
26 augustus 2015, 15/950 (aangevallen uitspraak)
OVERWEGINGEN
14 november 2014 minder dan 35% arbeidsongeschikt was. Het bezwaar van appellante tegen dit besluit is bij besluit van 17 april 2015 (het bestreden besluit) ongegrond verklaard.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 juni 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Overijssel. Appellante, die als telefoniste/planner werkte, was uitgevallen met rug-, been- en gewrichtsklachten. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) had vastgesteld dat appellante niet duurzaam arbeidsongeschikt was en geen recht op een uitkering op grond van de Wet WIA had. De rechtbank had het beroep van appellante tegen dit besluit ongegrond verklaard, waarbij werd overwogen dat het medisch onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd en dat de beperkingen van appellante correct waren vastgesteld.
In hoger beroep heeft appellante betoogd dat zij niet in staat is om te werken en dat er naast de reeds aangenomen urenbeperking ook een urenbeperking op energetische of preventieve gronden had moeten worden aangenomen. Het Uwv heeft verzocht de uitspraak van de rechtbank te bevestigen. De Raad heeft de overwegingen van de rechtbank onderschreven en geconcludeerd dat er geen aanknopingspunten zijn voor het oordeel dat de beperkingen van appellante onjuist zijn vastgesteld. De Raad heeft vastgesteld dat de verzekeringsartsen voldoende hebben toegelicht dat appellante niet voldoet aan de criteria voor het aannemen van een urenbeperking.
De Raad heeft ook de geschiktheid van de functies die aan de schatting ten grondslag lagen, bevestigd. De functies van receptionist, baliemedewerker, samensteller elektrotechnische apparatuur en machinebediende inpak-/verpakkingsmachine zijn in medisch opzicht geschikt voor appellante. De uitspraak van de rechtbank is bevestigd, en het hoger beroep van appellante is afgewezen.