ECLI:NL:CRVB:2017:2466
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verplichtingen van een eigenrisicodrager en regelgeving voor een ziekengeldsanctie in het kader van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen
In deze zaak gaat het om de verplichtingen van een eigenrisicodrager in het kader van de Ziektewet (ZW) en de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). Appellante, een uitzendorganisatie, heeft hoger beroep ingesteld tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) dat haar een ziekengeldsanctie oplegde. De zaak betreft de tijdigheid van het sanctiebesluit en de re-integratie-inspanningen van appellante voor een werknemer die zich ziek had gemeld. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante niet voldoende heeft aangetoond dat de werknemer al voor zijn indiensttreding arbeidsongeschikt was en dat zij onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank, die het beroep van appellante ongegrond had verklaard. De Raad benadrukt dat het aan appellante is om aan te tonen dat de werknemer al ziek was bij indiensttreding en dat zij haar verplichtingen als eigenrisicodrager niet is nagekomen. De uitspraak onderstreept de verantwoordelijkheden van werkgevers in het kader van de ZW en WIA, vooral met betrekking tot re-integratie en het tijdig melden van arbeidsongeschiktheid.