ECLI:NL:CRVB:2017:2580
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.C. Bruning
- A.T. de Kwaasteniet
- R.P.T. Elshoff
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de medische grondslag van een WAO-uitkering en geschiktheid van voorbeeldfuncties
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 juli 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over de herziening van de WAO-uitkering van appellant, die sinds 2004 arbeidsongeschikt is door rugklachten en fibromyalgie. De Raad bevestigt de medische grondslag van het bestreden besluit van het Uwv, waarbij appellant in staat wordt geacht om de geselecteerde voorbeeldfuncties te vervullen. Appellant had in hoger beroep aangevoerd dat de deskundigenrapporten onzorgvuldig waren en dat zijn klachten onvoldoende waren erkend. De Raad oordeelt dat het medisch onderzoek zorgvuldig is uitgevoerd en dat de verzekeringsartsen de beperkingen van appellant adequaat hebben vastgesteld. De rechtbank had eerder al geoordeeld dat er geen aanleiding was om een deskundige in te schakelen, omdat appellant zijn medewerking aan het onderzoek had onthouden. De Raad concludeert dat de FML, die de beperkingen van appellant vastlegt, correct is en dat de geselecteerde functies niet boven zijn mogelijkheden uitstijgen. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.