Uitspraak
mr. Van Nieuwburg.
OVERWEGINGEN
28 januari 2011 heeft appellant een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) aangevraagd. Deze aanvraag is door het Uwv aangehouden wegens een aan de werkgever van appellant opgelegde loonsanctie. Na verzekeringsgeneeskundig en arbeidskundig onderzoek heeft het Uwv bij het besluit van
WIA-uitkering van appellant. Voor zover appellants gronden zich richten tegen het door de rechtbank vernietigde besluit van zijn werkgever tot het ontslag van appellant, alsmede de
re-integratieverplichtingen van de werkgever, hebben zij betrekking op aspecten die geen deel uitmaken van het bestreden besluit en daar ook geen deel van uit hoefden te maken. De rechtbank heeft over die aspecten van hetgeen appellant heeft aangevoerd dan ook terecht geen oordeel gegeven.