ECLI:NL:CRVB:2017:312
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- W.H. Bel
- H.P. Venema
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Intrekken en terugvorderen van bijstand wegens verzwegen hennepkwekerij en onjuiste adresregistratie
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland, waarin de rechtbank het beroep ongegrond heeft verklaard. Appellante ontving sinds 16 september 2009 bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Naar aanleiding van een bestandsvergelijking met de Belastingdienst, waaruit bleek dat appellante over vermogen beschikte, heeft de Dienst Sociale Zaken en Werk van de gemeente Groningen een onderzoek ingesteld. Dit onderzoek onthulde dat appellante een hennepkwekerij had en dat zij haar inlichtingenverplichting had geschonden door dit niet te melden. Op basis van deze bevindingen heeft het college van burgemeester en wethouders van Groningen besloten om de bijstand over een bepaalde periode in te trekken en de gemaakte kosten terug te vorderen.
Appellante heeft in hoger beroep aangevoerd dat zij geen inkomsten heeft verkregen uit de hennepkwekerij en dat het recht op bijstand kan worden vastgesteld. De Raad oordeelt echter dat appellante niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij geen inkomsten heeft gehad en dat zij geen deugdelijke administratie heeft bijgehouden. Daarnaast heeft appellante betoogd dat zij haar adreswijziging tijdig heeft doorgegeven, maar de Raad oordeelt dat deze melding niet voldoende was om het college te informeren over relevante wijzigingen die van invloed zijn op de bijstandsverlening.
De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het verzoek om schadevergoeding af. De beslissing is openbaar uitgesproken op 17 januari 2017.