Uitspraak
OVERWEGINGEN
30 september 2013. Er is geen beroep ingesteld.
BESLISSING
I.G.A.H. Toma als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op
11 augustus 2017.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland, waarin de rechtbank het beroep ongegrond heeft verklaard. Appellant had eerder een aanvraag voor arbeids- en inkomensondersteuning op grond van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong 2010) ingediend, welke was afgewezen omdat hij op de relevante datum minder dan 25% arbeidsongeschikt was. Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat er nieuwe medische informatie is die zou aantonen dat zijn beperkingen zijn onderschat en dat de toegenomen beperkingen niet van tijdelijke aard zijn. De Centrale Raad van Beroep heeft echter geoordeeld dat de rechtbank terecht heeft vastgesteld dat er geen sprake is van nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden in de zin van artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De gestelde diagnose uit 2015 heeft geen betrekking op de datum in geding van 10 juli 2011. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het Uwv terecht de aanvraag van appellant heeft aangemerkt als een herhaalde aanvraag zonder nieuwe feiten. De Raad concludeert dat het hoger beroep niet slaagt en bevestigt de aangevallen uitspraak.