ECLI:NL:CRVB:2017:3260
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 september 2017 uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende een verzoek om schadevergoeding. De appellante had het Uwv verzocht om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in de procedure. De Raad oordeelde dat de redelijke termijn met één jaar en negen maanden was overschreden, waarvan vijf maanden voor rekening van het Uwv en één jaar en vier maanden voor rekening van de bestuursrechter. De uitspraak betreft de beoordeling van de kosten die appellante heeft moeten maken in verband met de behandeling van het bezwaar, het beroep en het hoger beroep. De Raad heeft het Uwv veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en schade ten gevolge van de overschrijding van de redelijke termijn. De totale schadevergoeding is vastgesteld op € 2.000,-, waarbij het Uwv € 476,19 en de Staat der Nederlanden € 1.523,81 moet vergoeden aan appellante. De uitspraak is gedaan in het kader van de artikelen 8:75a en 8:108 van de Algemene wet bestuursrecht, die de mogelijkheid bieden om een bestuursorgaan te veroordelen in de kosten bij intrekking van het beroep. De Raad heeft de kosten van rechtsbijstand en de kosten van medische rapporten toegewezen, en appellante kan zich voor vergoeding van het griffierecht rechtstreeks tot het Uwv wenden.