Uitspraak
OVERWEGINGEN
€ 49,59 bruto per maand, exclusief vakantiegeld.
14 juli 2015. Voorts heeft het Uwv vastgesteld dat de situatie op 9 oktober 2012 met de uitspraak van de rechtbank van 1 februari 2013 in rechte is komen vast te staan. Op grond van een rapport van de verzekeringsarts bezwaar en beroep komt het Uwv ten slotte tot het oordeel dat er geen grond is aan te nemen dat de uitval in verband met het herseninfarct op
5 juli 2013 zijn oorzaak vond in de bij appellant bestaande hartklachten en dat hij dus reeds op 9 oktober 2010, althans eerder dan 5 juli 2013, arbeidsongeschikt moet worden geacht. Het Uwv heeft tevens de proceskosten van appellant vergoed.
9 oktober 2010 dient te gelden, althans een datum gelegen voor 5 juli 2013, nu appellant sinds 9 oktober 2010 last heeft van onder meer zijn hart en een hoge bloeddruk. Voor deze klachten was appellant ook onder behandeling bij een cardioloog en een neuroloog. Hij gebruikte ook medicatie voor de bij hem bestaande hypertensie. Ondanks die medicatie heeft appellant in 2013 een herseninfarct gehad. De conclusie lijkt gerechtvaardigd dat er tussen de hypertensie en het herseninfarct een oorzakelijk verband bestaat. Ter onderbouwing van zijn standpunt heeft hij een verklaring van 9 december 2016 overgelegd. Appellant verzoekt de Raad een onafhankelijk medicus de situatie te laten beoordelen.