ECLI:NL:CRVB:2017:3295
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Stehouwer
- M. Hillen
- M. Schoneveld
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand wegens verzwegen onroerend goed en hennepkwekerij
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) van appellanten, die sinds 15 augustus 2006 bijstand ontvingen. Het college van burgemeester en wethouders van Haarlem heeft de bijstand ingetrokken en teruggevorderd wegens verzwegen onroerend goed en aanzienlijke stortingen op Turkse bankrekeningen, alsook betrokkenheid bij hennepteelt. De Raad voor de Rechtspraak heeft de feiten en omstandigheden van de zaak onderzocht, waaronder een doorzoeking op 6 december 2011, waaruit bleek dat appellanten niet alle relevante informatie hadden verstrekt. De Raad oordeelt dat de appellanten hun inlichtingenverplichting hebben geschonden, waardoor het recht op bijstand niet kan worden vastgesteld. De rechtbank heeft het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, en het hoger beroep van appellanten is eveneens afgewezen. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en stelt vast dat de intrekking en terugvordering van de bijstand terecht zijn gebeurd.