ECLI:NL:CRVB:2017:3330
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de verlaging en terugvordering van een persoonsgebonden budget (pgb) door het Zorgkantoor
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 september 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellant, vertegenwoordigd door mr. A.M.P.M. Adank, had een persoonsgebonden budget (pgb) ontvangen van € 11.979,44 voor de periode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014. Het Zorgkantoor, Zilveren Kruis Zorgkantoor N.V., heeft echter besloten om het pgb te verlagen naar € 8.800,- en een bedrag van € 3.179,44 terug te vorderen, omdat de appellant niet voldoende verantwoording had afgelegd over de besteding van het pgb. De Raad heeft vastgesteld dat de appellant niet heeft voldaan aan de verplichtingen die aan het pgb waren verbonden, waaronder het indienen van een zorgplan van de zorgverlener. De Raad oordeelde dat het Zorgkantoor bevoegd was om het pgb lager vast te stellen en de terugvordering te effectueren. De rechtbank had eerder het beroep van de appellant tegen het besluit van het Zorgkantoor ongegrond verklaard, en deze uitspraak werd door de Raad bevestigd. De Raad concludeerde dat de appellant onvoldoende bewijs had geleverd dat de zorg die hij had ontvangen, voldeed aan de eisen van de AWBZ.