Uitspraak
mr. W.J.M. Lagerwaard.
OVERWEGINGEN
5 september 2014 en rapport van een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep van 29 september 2014.
.In beroep heeft appellante geen nadere objectieve medische gegevens ingediend die het aannemen van (extra) beperkingen kunnen rechtvaardigen, dan wel anderszins aanleiding geven voor twijfel aan het standpunt van de verzekeringsarts bezwaar en beroep. Uitgaande van de juistheid van de bij appellante vastgestelde medische beperkingen ziet de rechtbank geen grond voor het oordeel dat de geduide functies niet geschikt zouden zijn. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft de zogeheten signaleringen van een afdoende adequate toelichting voorzien.
6 september 2016 van Van der Eijk op 12 september 2016 een nieuwe FML opgesteld. In die FML heeft hij aanvullende beperkingen opgenomen in de rubriek dynamische handelingen onder de items 4.6, 4.11, 4.14 en 4.15. Hij heeft volgens zijn rapport van 12 september 2016 geen beperking opgenomen onder item 4.9 (frequent reiken tijdens werk), omdat het frequent reiken normaal is, zeker bij submaximale reikafstanden, bijvoorbeeld tot 60 cm of minder. Desgevraagd heeft hij in het rapport van 17 november 2016 nader toegelicht waarom hij geen beperking heeft opgenomen onder item 4.9. De verzekeringsarts bezwaar en beroep acht appellante beperkt voor repetitieve handelingen waarbij sprake is van het hanteren van lichte voorwerpen. Deze beperking betreft reiken plus belasting. Omdat het objectief medisch onderzoek niet afwijkend is, ziet hij niet in dat er sprake is van het verminderd reiken van voorwerpen, lichter dan een halve kilo waarbij zelfs het buigen van de romp mogelijk is om een eventueel langere afstand te overbruggen. Hij verwijst daarbij naar een rapport van
10 december 2013 van reumatoloog Kraft, die heeft gewezen op het belang van bewegen.
WGA-loonaanvullingsuitkering, zal het motiveringsgebrek met toepassing van artikel 6:22 van de Algemene wet bestuursrecht worden gepasseerd.
BESLISSING
€ 1.732,50;