ECLI:NL:CRVB:2017:3673
Centrale Raad van Beroep
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in het kader van rechtmatig verblijf voor slachtoffers van mensenhandel
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 3 oktober 2017 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening van een Nigeriaanse verzoekster die slachtoffer is van mensenhandel. Verzoekster had eerder aangifte gedaan van mensenhandel en ontving op basis daarvan een tijdelijke vergunning tot verblijf. Echter, haar bijstandsaanvraag werd afgewezen omdat zij geen geldige verblijfstitel had. De voorzieningenrechter oordeelde dat verzoekster ten onrechte geen onderzoek had gedaan naar de mogelijkheid van een verblijfstitel in Spanje, waar het strafrechtelijk onderzoek naar haar aangifte was overgedragen. De voorzieningenrechter concludeerde dat verzoekster geen zelfstandig recht op bijstand kon ontlenen aan de Europese Richtlijn 2004/81/EG, die verblijfstitels voor slachtoffers van mensenhandel regelt. De voorzieningenrechter wees het verzoek om een voorlopige voorziening af, omdat er geen aanleiding was om te veronderstellen dat de eerdere uitspraak van de rechtbank niet in stand zou blijven. De voorzieningenrechter benadrukte dat verzoekster de mogelijkheid had om haar situatie in de bodemprocedure verder te verduidelijken.