Uitspraak
16.7142 ZW
OVERWEGINGEN
SBC-codes 111180 en 267050. Deze functies zijn volgens appellante in het Claim Beoordelings- en Borgingssysteem (CBBS) ten onrechte niet geclusterd.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft appellante, werkzaam als medewerkster huishoudelijke zorg, hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, die het besluit van het Uwv om haar ziekengeld te beëindigen, had bevestigd. Appellante had zich op 8 april 2013 ziek gemeld en ontving ziekengeld op basis van de Ziektewet. Na een beoordeling door een verzekeringsarts in 2014, werd vastgesteld dat appellante belastbaar was met inachtneming van bepaalde beperkingen. Het Uwv besloot in 2015 dat appellante geen recht meer had op ziekengeld omdat zij meer dan 65% van haar eerdere loon kon verdienen. De rechtbank oordeelde dat het Uwv de medische beperkingen van appellante onjuist had ingeschat, maar het Uwv herzag zijn besluit niet. In hoger beroep herhaalde appellante haar bezwaren tegen de vastgestelde belastbaarheid en de geselecteerde functies die als passend werden aangemerkt. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat het medisch onderzoek door het Uwv zorgvuldig was en dat er geen reden was om te twijfelen aan de vastgestelde belastbaarheid. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek om schadevergoeding af.