Uitspraak
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een appellant die bijstand op basis van de Participatiewet (PW) heeft aangevraagd, terwijl hij in de periode van 21 oktober 2015 tot en met 6 november 2015 langer dan toegestaan in Egypte verbleef. De Centrale Raad van Beroep heeft op 7 november 2017 uitspraak gedaan. De appellant heeft aangevoerd dat er zeer dringende redenen waren voor zijn verblijf in Egypte, omdat hij daar was vanwege het overlijden van zijn broer en later in een ziekenhuis was opgenomen wegens gastro-enteritis. Hij stelde dat deze omstandigheden hem verhinderden om eerder terug te keren naar Nederland.
De Raad heeft echter geoordeeld dat de appellant niet heeft aangetoond dat er sprake was van een acute noodsituatie die het verlenen van bijstand onvermijdelijk maakte. De rechtspraak vereist dat voor het aannemen van zeer dringende redenen moet worden vastgesteld dat er een levensbedreigende situatie of blijvend ernstig letsel is. De enkele medische zorg die de appellant in Egypte nodig had, was volgens de Raad onvoldoende om aan te nemen dat er sprake was van een acute noodsituatie.
De rechtbank had eerder al geoordeeld dat er in de periode in geding geen acute noodsituatie was en de Raad heeft deze beslissing bevestigd. De Raad heeft ook geoordeeld dat er geen grond was voor schadevergoeding of voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar uitgesproken en is gebaseerd op de overwegingen die in het proces-verbaal zijn vastgelegd.