Uitspraak
OVERWEGINGEN
11 februari 2004 is aan hem een uitkering ingevolge de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) toegekend, berekend naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 25 tot 35%, later herzien naar de arbeidsongeschiktheidsklasse 15 tot 25%
.In 2007 is appellant als algemeen medewerker gaan werken bij [naam werkgever] Op 24 juli 2012 heeft hij zich ziek gemeld. Bij besluit van 6 mei 2014 heeft het Uwv de WAO-uitkering van appellant na een medisch en arbeidskundig onderzoek met ingang van
22 juli 2014 herzien naar de klasse 25 tot 35%.
jachthaven- stallingsbedrijf en camping heeft gewerkt bij het bedrijf [naam werkgever] Appellant heeft verder in een “Startrapportage traject bemiddeling ander werk” van
6 maart 2013 zelf te kennen gegeven servicegericht te zijn en graag met en voor mensen te werken. In dat rapport is onder het kopje “Kwaliteiten en Vaardigheden” melding gemaakt van het volgende: loyaal, enthousiast, technisch ingesteld, breed georiënteerd/geïnteresseerd en praktisch ingesteld. Gezien de ruime ervaring van appellant als medewerker in een commercieel bedrijf, dat gespecialiseerd is in verkoop, onderhoud en reparatie van boten en onderdelen daarvan en beheer van een camping valt niet in te zien waarom appellant niet zou beschikken over commerciële vaardigheden vereist voor het vervullen van de verkoper groothandel. De enkele stelling van appellant dat hij over die vaardigheid niet zou beschikken, is daarvoor niet voldoende.