ECLI:NL:CRVB:2017:4175
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroepschriften in bestuursrechtelijke procedure
Op 5 december 2017 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 17/693 AOR-V. Deze uitspraak betreft een verzet tegen eerdere uitspraken van de Raad van 22 juni 2017, waarin de beroepschriften van de appellant niet-ontvankelijk waren verklaard. De appellant, vertegenwoordigd door [naam X], had verzet aangetekend omdat hij stelde dat hij door medische en persoonlijke omstandigheden niet in staat was om tijdig beroep in te stellen. Tijdens de zitting op 24 oktober 2017 was de appellant aanwezig, maar de verweerder, de Pensioen- en Uitkeringsraad, was niet verschenen.
De Raad heeft overwogen dat de eerdere uitspraken berustten op de constatering dat de beroepschriften niet tijdig waren ingediend en dat er geen reden was om aan te nemen dat de appellant niet in verzuim was geweest. De gemachtigde van de appellant had in het verzet aangegeven dat de appellant door zijn omstandigheden niet in staat was om tijdig beroep in te stellen en had medische gegevens overgelegd ter onderbouwing. Echter, de Raad oordeelde dat de appellant geen feiten of omstandigheden had aangevoerd die zouden rechtvaardigen dat hij niet in verzuim was geweest. De overgelegde medische gegevens gaven geen aanleiding om te concluderen dat de appellant gedurende de gehele beroepstermijn niet in staat was om beroep in te stellen of een derde in te schakelen.
Daarom werd het verzet ongegrond verklaard en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door H.C.P. Venema, in aanwezigheid van griffier N.L. Kuipers, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.