ECLI:NL:CRVB:2017:4213
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep inzake griffierecht
Op 5 december 2017 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 16/5509 AWBZ-V. Deze uitspraak betreft een verzet tegen een eerdere beslissing van de Raad, waarin het hoger beroep van appellant niet-ontvankelijk was verklaard. De uitspraak van 22 februari 2017 was gebaseerd op het feit dat het verschuldigde griffierecht niet tijdig was betaald, binnen de gestelde termijn van vier weken na de aangetekende brief van 14 oktober 2016. Appellant, vertegenwoordigd door R.J.M.M. van Dam, heeft verzet aangetekend, maar beide partijen zijn niet verschenen tijdens de zitting op 24 oktober 2017.
In het verzetschrift heeft de gemachtigde van appellant geen verklaring gegeven voor het niet betalen van het griffierecht, maar heeft zij wel de gronden uiteengezet waarom appellant het niet eens was met de eerdere uitspraak. De Raad heeft overwogen dat er geen feiten of omstandigheden zijn die erop wijzen dat het verzuim appellant niet kan worden verweten. Daarom is het verzet ongegrond verklaard. De Raad heeft ook geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling in deze zaak.
De uitspraak is gedaan door H.C.P. Venema, in aanwezigheid van N.L. Kuipers als griffier, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.