ECLI:NL:CRVB:2017:4292
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.E. Bakker
- A.T. Kwaasteniet
- C.W.J. Schoor
- Rechtspraak.nl
Beëindiging loongerelateerde WGA-uitkering en de beoordeling van medische beperkingen
In deze zaak gaat het om de beëindiging van de loongerelateerde WGA-uitkering van appellant, die als heftruckchauffeur werkzaam was. Appellant is op 13 oktober 2008 uitgevallen door een bedrijfsongeval, wat leidde tot rechterelleboogklachten en spanningsklachten. Na een aanvraag voor een uitkering op grond van de Wet WIA, heeft een verzekeringsarts in 2011 vastgesteld dat appellant beperkingen had door een radiuskopfractuur en andere medische aandoeningen. Het Uwv heeft vervolgens een loongerelateerde WGA-uitkering toegekend van 11 oktober 2010 tot 11 juni 2012.
Appellant heeft bezwaar gemaakt tegen de beslissing van het Uwv om zijn uitkering te beëindigen, wat leidde tot een rechtszaak. De rechtbank heeft het beroep van appellant gegrond verklaard, maar de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand gelaten. Appellant ging in hoger beroep, waarbij hij aanvoerde dat het verzekeringsgeneeskundig en arbeidskundig onderzoek onzorgvuldig was en dat zijn beperkingen niet adequaat waren vastgesteld.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de ingeschakelde deskundige, revalidatiearts W.C.G. Blanken, zijn bevindingen op een zorgvuldige manier heeft onderbouwd. De Raad oordeelde dat de FML van 9 februari 2012 en 7 september 2012 de beperkingen van appellant adequaat weergaf. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep van appellant niet slaagde.