ECLI:NL:CRVB:2017:527

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
15 februari 2017
Publicatiedatum
15 februari 2017
Zaaknummer
15/8334 WMO
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag maatschappelijke opvang op grond van de Wmo met betrekking tot vreemdelingen en voorzieningen

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 15 februari 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Amsterdam van 6 november 2015. De zaak betreft de afwijzing van een aanvraag voor maatschappelijke opvang op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) door vreemdelingen die geen aanspraak konden maken op voorzieningen, verstrekkingen en uitkeringen volgens de Vreemdelingenwet 2000. De appellanten, een groep van 92 vreemdelingen, hadden bezwaar gemaakt tegen een eerdere beslissing van het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam, waarin werd meegedeeld dat het leefgeld, dat was uitgekeerd als onderdeel van een pilot voor opvang, niet meer zou worden verstrekt. Het college verklaarde het bezwaar kennelijk niet-ontvankelijk, omdat de e-mail waarin het leefgeld werd stopgezet geen besluit zou zijn. De rechtbank oordeelde echter dat de e-mail wel degelijk als een besluit moest worden aangemerkt en gaf het college opdracht om opnieuw op het bezwaar te beslissen.

Het college besloot vervolgens het bezwaar ongegrond te verklaren, met verwijzing naar eerdere uitspraken van de Raad, waarin werd gesteld dat vreemdelingen gebruik kunnen maken van opvang in een vrijheidsbeperkende locatie (VBL) en dat deze opvang als voldoende kan worden beschouwd. De Raad bevestigde deze lijn van redenering en oordeelde dat er geen noodzaak was voor aanvullende opvang of leefgeld op basis van de Wmo, aangezien de VBL al voldeed aan de internationale verplichtingen om opvang te bieden. De beroepsgrond van appellanten dat het recht op leefgeld niet per 7 juli 2014 beëindigd mocht worden, werd verworpen. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en bevestigde de aangevallen uitspraak van de rechtbank.

Uitspraak

15/8334 WMO
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van
6 november 2015, 15/4515 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellanten] , zoals vermeld op de bij deze uitspraak behorende lijst (appellanten)
het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam (college)
PROCESVERLOOP
Namens appellanten heeft mr. W.G. Fischer, advocaat, hoger beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting in de zaken 15/7810, 15/7811, 15/7460, 15/7468, 15/8334, 15/6855, 15/6856, 15/7277, 15/7013, 15/7031 en 15/7272 heeft gevoegd plaatsgehad op 2 november 2016. Partijen zijn, met bericht, niet verschenen. Na de behandeling ter zitting zijn de zaken weer gesplitst.

OVERWEGINGEN

1. De Raad gaat uit van de volgende feiten en omstandigheden.
1.1.
Appellanten zijn vreemdelingen als bedoeld in de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000) die, op grond van het in de artikelen 10 en 11 van de Vw 2000 opgenomen koppelingsbeginsel, ten tijde hier van belang geen aanspraak had op voorzieningen, verstrekkingen en uitkeringen.
1.2.
Op 8 juli 2014 hebben appellanten bezwaar gemaakt tegen een e-mail van 7 juli 2014, waarin is meegedeeld dat het leefgeld, dat is uitgekeerd als onderdeel van de pilot waarbij opvang in de Vluchthaven aan de Havenstraat te Amsterdam (Vluchthaven) is verleend en vervolgens in afwachting van een vonnis over de ontruiming van de Vluchthaven, niet meer wordt uitgekeerd.
1.3.
Bij besluit van 28 augustus 2014 heeft het college het bezwaar van appellanten kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Volgens het college is de e-mail van 7 juli 2014 geen besluit en is daartegen geen bezwaar mogelijk.
1.4.
Bij uitspraak van 8 mei 2015 heeft de rechtbank het beroep tegen het besluit van
28 augustus 2014 gegrond verklaard en het college opdracht gegeven een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van appellanten. Naar het oordeel van de rechtbank is de e-mail van
7 juli 2014 wel een besluit en heeft het college het hiertegen gemaakte bezwaar ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard. Partijen hebben geen rechtsmiddelen aangewend tegen deze uitspraak.
1.5.
Bij besluit van 22 juni 2015 (bestreden besluit) heeft het college, ter uitvoering van de onder 1.4 genoemde uitspraak van de rechtbank, opnieuw op het bezwaar van appellanten beslist en dat bezwaar ongegrond verklaard. Onder verwijzing naar de uitspraak van de Raad van 5 november 2014, ECLI:NL:CRVB:2014:4475, heeft het college zich op het standpunt gesteld dat er geen plicht is appellanten opvang te verlenen, zodat er ook geen plicht is het aan de opvang verbonden leefgeld te verstrekken.
2. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard.
3. Appellanten hebben hoger beroep ingesteld tegen de aangevallen uitspraak.
4. De Raad komt tot de volgende beoordeling.
4.1.
De beroepsgrond van appellanten dat het recht op leefgeld niet per 7 juli 2014 beëindigd mocht worden, omdat uit het internationale recht voortvloeit dat iedereen recht heeft op basisvoorzieningen en dat dit zeker geldt voor personen die onder medische behandeling zijn, slaagt niet. Het college heeft in reactie op deze beroepsgrond terecht gewezen op de uitspraak van de Raad van 26 november 2015, ECLI:NL:CRVB:2015:3803. Daarin is overwogen dat ervan mag worden uitgegaan dat vreemdelingen als appellanten van de opvang in een vrijheidsbeperkende locatie (VBL) gebruik kunnen maken, dat de opvang in een VBL in het algemeen aangemerkt kan worden als een voldoende voorziening in het bieden van opvang en dat met plaatsing in een VBL voldoende invulling wordt gegeven aan de uit het internationaal recht voortvloeiende positieve verplichting opvang te bieden. Daarmee is met de VBL al voorzien in de opvang die volgens appellanten vereist is en is er geen noodzaak voor opvang, leefgeld daaronder begrepen, op grond van de Wmo.
4.2.
Aan een beoordeling van de andere gronden van het hoger beroep van appellanten wordt niet toegekomen.
4.3.
Uit het voorgaande volgt dat het hoger beroep niet slaagt en dat de aangevallen uitspraak voor bevestiging in aanmerking komt.
5. Voor een veroordeling in de proceskosten bestaat geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door L.M. Tobé, in tegenwoordigheid van M.S.E.S. Umans als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 15 februari 2017.
(getekend) L.M. Tobé
(getekend) M.S.E.S. Umans

RB

LIJST VAN APPELLANTEN
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]
[appellant 1 tot en met 92]