Uitspraak
OVERWEGINGEN
.
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van wettelijke rente af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 februari 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. De appellant, die als werkvoorbereider werkte, had zich op 12 januari 2009 ziek gemeld na een auto-ongeval. Na een hersteldverklaring in januari 2010 heeft hij zijn werk niet kunnen hervatten, omdat zijn werkgever geen werk meer voor hem had. Zijn dienstverband is beëindigd en hij ontving vanaf 1 april 2010 een uitkering op grond van de Werkloosheidswet (WW). Op 28 september 2012 meldde hij zich opnieuw ziek, met toegenomen lichamelijke en psychische klachten. Het Uwv heeft vastgesteld dat hij per 28 september 2012 geen recht had op een uitkering op grond van de Ziektewet (ZW).
De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen dit besluit ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft appellant zijn standpunt herhaald dat hij niet in staat was om zijn werk als werkvoorbereider te verrichten. Hij heeft onder andere een besluit van het Uwv overgelegd waarin wordt vastgesteld dat hij onder de doelgroep van de banenafspraak valt. Het Uwv heeft de aangevallen uitspraak verdedigd. De Raad heeft geoordeeld dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep overtuigend heeft gemotiveerd waarom de in beroep overgelegde stukken van de neuroloog en medisch adviseur geen aanleiding gaven om tot een ander oordeel te komen.
De Raad heeft vastgesteld dat er sprake was van een zorgvuldig medisch onderzoek en dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep geen aanwijzingen heeft gevonden voor ernstige afwijkingen. De conclusie was dat appellant in staat moest worden geacht tot het verrichten van de maatgevende arbeid. De Raad heeft het hoger beroep van appellant afgewezen en de aangevallen uitspraak bevestigd, zonder aanleiding voor vergoeding van wettelijke rente of proceskostenveroordeling.