ECLI:NL:CRVB:2017:858
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Buiten behandeling stellen aanvraag om bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) wegens onvoldoende gegevens
In deze zaak heeft appellante op 26 juni 2013 een aanvraag om bijstand ingediend op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Na een intakegesprek op 14 augustus 2013 heeft het college van burgemeester en wethouders van Lelystad appellante verzocht om aanvullende gegevens te overleggen, waaronder bankafschriften en verklaringen van derden. Appellante heeft niet alle gevraagde gegevens tijdig ingeleverd, wat heeft geleid tot het besluit van het college om de aanvraag buiten behandeling te stellen op 29 augustus 2013. Dit besluit werd later door de rechtbank Midden-Nederland bevestigd.
Appellante heeft hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak, waarbij zij aanvoert dat het college ten onrechte om bepaalde gegevens heeft verzocht en dat zij niet in staat was om deze tijdig te overleggen. De Centrale Raad van Beroep heeft in haar beoordeling vastgesteld dat appellante niet alle gevraagde gegevens heeft overgelegd en dat het college op basis van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bevoegd was om de aanvraag buiten behandeling te stellen. De Raad oordeelt dat appellante voldoende gelegenheid heeft gehad om haar aanvraag aan te vullen en dat het college niet onredelijk heeft gehandeld.
De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond. De proceskosten worden niet toegewezen, omdat er geen aanleiding voor is. De uitspraak is gedaan door J.T.H. Zimmerman, in tegenwoordigheid van S.A. de Graaff als griffier, en is openbaar uitgesproken op 21 februari 2017.