Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een appellant die werkzaam is bij de politie en verzoekt om bevordering van schaal 7 naar schaal 8 (Senior GGP). De Centrale Raad van Beroep behandelt de zaak naar aanleiding van een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De appellant is op 19 juli 2010 aangesteld en heeft in de loop der jaren verschillende functies bekleed binnen de politie. In 2012 is hij bevorderd naar Generalist GGP, maar zijn verzoek om verdere bevordering is afgewezen door de korpschef. De korpschef stelde dat de appellant niet voldeed aan de opleidingseis en dat er geen beoordeling kon worden opgemaakt over de relevante periode, omdat deze minder dan zes maanden besloeg. De rechtbank heeft het beroep van de appellant deels ongegrond verklaard en het bestreden besluit van de korpschef in stand gelaten.
De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank. De Raad oordeelt dat de korpschef terecht heeft gesteld dat de appellant niet voldoet aan de vereisten voor bevordering, met name de opleidingseis. De Raad benadrukt dat de conceptbeoordeling van de appellant niet kon worden vastgesteld, omdat deze betrekking had op een periode die niet voldeed aan de eisen van het beoordelingsreglement. De Raad concludeert dat het hoger beroep van de appellant niet slaagt en bevestigt de aangevallen uitspraak, waarbij de rechtsgevolgen in stand blijven. De uitspraak is gedaan op 2 maart 2017.