ECLI:NL:CRVB:2017:934
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Stehouwer
- G.M.G. Hink
- G. van der Wiel
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake boete opgelegd wegens niet opgegeven ouderkortingen
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen een uitspraak van de rechtbank Limburg, waarin een boete is opgelegd wegens het niet melden van ontvangen alleenstaande ouderkortingen. Appellante ontvangt sinds 17 september 2010 bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Het college van burgemeester en wethouders van Kerkrade heeft in 2014 de bijstand van appellante herzien en een bedrag van € 3.122,97 teruggevorderd, omdat appellante haar inlichtingenverplichting niet is nagekomen. Dit betreft de alleenstaande ouderkortingen die zij in 2011 en 2012 heeft ontvangen, maar niet heeft doorgegeven aan het college.
De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. Appellante heeft in hoger beroep aangevoerd dat zij alle benodigde informatie heeft verstrekt en dat het college ook zelf inzage had moeten hebben in de gegevens van de Belastingdienst. De Raad heeft echter geoordeeld dat appellante een verwijt kan worden gemaakt voor het niet nakomen van haar inlichtingenverplichting. De Raad heeft vastgesteld dat appellante niet heeft aangetoond dat er redenen zijn om van de boete af te zien of deze te matigen, ondanks haar financiële situatie.
De Centrale Raad van Beroep heeft de aangevallen uitspraak bevestigd en geoordeeld dat de opgelegde boete van € 478,21 evenredig en passend is. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is gedaan op 7 maart 2017 door een meervoudige kamer, met A. Stehouwer als voorzitter en G.M.G. Hink en G. van der Wiel als leden, in aanwezigheid van griffier J.L. Meijer.