Uitspraak
15.3511 ZW
7 april 2015, 14/6877 (aangevallen uitspraak)
E. van den Brink.
OVERWEGINGEN
15 juli 2014 heeft deze arts appellant per 21 juli 2014 geschikt geacht voor zijn laatst verrichte arbeid in de functie van toezichthouder amusementshal. Vervolgens heeft het Uwv bij besluit van 15 juli 2014 vastgesteld dat appellant per 21 juli 2014 geen recht meer heeft op ziekengeld. Het bezwaar van appellant tegen dit besluit is bij besluit van 19 augustus 2014 (bestreden besluit) ongegrond verklaard. Aan dit besluit ligt een rapport van de verzekeringsarts bezwaar en beroep van 18 augustus 2014 ten grondslag.
O. Dellemann van 3 maart 2015, dat bij appellant PDD-NOS is vastgesteld en dat appellant daarom niet in staat is om zijn oude werk te verrichten, kan volgens de rechtbank niet tot een ander oordeel leiden. Deze diagnose was, zoals ook door de verzekeringsarts bezwaar en beroep is vermeld in het rapport van 16 (lees: 12) maart 2015, reeds bekend en is kenbaar bij de beoordeling betrokken.
18 augustus 2014 heeft beschreven. Daarom acht de deskundige appellant, met deze geringe beperkingen, op 21 juli 2014 in staat om de werkzaamheden in de functie van toezichthouder amusementshal te verrichten.