ECLI:NL:CRVB:2018:1071
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen N-O verklaring en onduidelijkheid over indiening bewijsstukken in bestuursrechtelijke herziening
Op 12 april 2018 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 17/4993 PW-V. Deze uitspraak betreft een verzet tegen een N-O verklaring, waarbij verzoeker geen nieuwe argumenten heeft aangedragen om zijn verzoek om herziening te onderbouwen. De zaak is behandeld ter zitting op 1 maart 2018, waarbij verzoeker aanwezig was, maar het college van burgemeester en wethouders van Leiderdorp zich niet heeft laten vertegenwoordigen.
De Centrale Raad van Beroep had eerder op 10 oktober 2017 het verzoek om herziening van de uitspraak van 28 maart 2017, met nummers 17/1690 en 17/1691, niet-ontvankelijk verklaard. De Raad oordeelde dat de gronden voor herziening niet tijdig waren ingediend, binnen de gestelde termijn van vier weken. Verzoeker stelde dat hij onduidelijkheid had over welke bewijsstukken hij moest indienen en wat de inhoud van zijn verzoekschrift diende te zijn.
Echter, ter zitting heeft verzoeker aangegeven dat hij geen nieuwe argumenten had om zijn verzoek om herziening te onderbouwen. De Centrale Raad van Beroep heeft geconcludeerd dat het verzet ongegrond is en dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door rechter H.C.P. Venema, in aanwezigheid van griffier N.L. Kuipers, en is openbaar uitgesproken op 12 april 2018.