ECLI:NL:CRVB:2018:1102
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake WIA-uitkering en medische belastbaarheid
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, die zijn beroep tegen een besluit van het Uwv ongegrond verklaarde. Appellant, die zich op 13 januari 2012 ziek meldde, verzocht om een WIA-uitkering. Het Uwv had vastgesteld dat hij niet arbeidsongeschikt was, wat appellant betwistte. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld en een deskundige benoemd, die op 20 juli 2017 een rapport uitbracht. Deze deskundige concludeerde dat de medische belastbaarheid van appellant correct was beoordeeld, met enkele aanpassingen. De Raad oordeelde dat de deskundige een zorgvuldig en inzichtelijk onderzoek had uitgevoerd en dat er geen reden was om de deskundige niet te volgen. De Raad vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep tegen het bestreden besluit van het Uwv ongegrond. Tevens werd het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellant, die in totaal € 4.389,58 bedroegen. De uitspraak werd gedaan op 11 april 2018.