ECLI:NL:CRVB:2018:1191
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvragen bijzondere bijstand voor eigen bijdrage rechtsbijstand op basis van tijdige indiening
Op 17 april 2018 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft de afwijzing van aanvragen voor bijzondere bijstand voor de eigen bijdrage in de kosten van rechtsbijstand door het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam. Appellante had op 26 augustus 2015 een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand, maar het college had deze afgewezen omdat de aanvragen niet tijdig waren ingediend, namelijk niet binnen de vereiste termijn van twee weken na afgifte van de toevoegingen. De rechtbank had het beroep van appellante tegen deze afwijzing ongegrond verklaard.
In hoger beroep heeft appellante betoogd dat zij recht heeft op vergoeding van de gemaakte kosten voor rechtsbijstand, en dat het college ten onrechte is uitgegaan van de datum van de schriftelijke aanvraag. Appellante stelde dat zij tijdig had gemeld en dat er mogelijk sprake was van miscommunicatie over het indienen van meerdere aanvragen. De Raad heeft echter geoordeeld dat de telefonische contacten met de gemeente niet als formele aanvragen kunnen worden aangemerkt en dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die een afwijking van de regels rechtvaardigen. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd en het hoger beroep van appellante afgewezen. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.