ECLI:NL:CRVB:2018:1722
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet ongegrond in bestuursrechtelijke procedure inzake tijdige indiening beroepschrift
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 juni 2018 uitspraak gedaan in het verzet van appellante tegen een eerdere uitspraak van 10 oktober 2017. In die eerdere uitspraak werd het beroep van appellante tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Midden-Groningen niet-ontvankelijk verklaard, omdat het beroepschrift niet tijdig was ingediend. Appellante, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. H.J. Griede, heeft verzet aangetekend en aangevoerd dat zij op 7 april 2017 een brief aan de Raad heeft gezonden, en dat deze datum als ontvangst van het ingediende beroep moet gelden. De Raad heeft echter geoordeeld dat de brief van 7 april 2017 pas op 15 mei 2017 door de Raad is ontvangen, en dat het beroepschrift, gedateerd op 12 mei 2017, niet tijdig was ingediend. De Raad heeft vastgesteld dat het risico van niet-ontvangen post voor rekening van de verzender komt. De gemachtigde van appellante heeft verder betoogd dat de procedure doorloopt en dat de Raad zich inhoudelijk over de zaak zou moeten uitlaten, maar dit betoog werd door de Raad verworpen. De Raad heeft geconcludeerd dat er geen feiten of omstandigheden zijn die erop wijzen dat appellante niet in verzuim is geweest. De uitspraak van 10 oktober 2017 blijft daarom in stand, en het verzet wordt ongegrond verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.