Uitspraak
17.859 NIOAW
12 januari 2017, 16/2415 (aangevallen uitspraak)
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 juni 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. De appellant, die een uitkering ontving op grond van de IOAW, had geweigerd een aangeboden werkplek bij zijn werkgever te aanvaarden. Het college van burgemeester en wethouders van Oldambt had daarop de uitkering van de appellant verlaagd. De Raad heeft vastgesteld dat de appellant op 26 november 2015 een aanbod voor werk had ontvangen, maar dit had geweigerd. De Raad oordeelde dat de appellant, als ontvanger van een IOAW-uitkering, verplicht was om algemeen geaccepteerde arbeid te accepteren. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de weigering van de appellant niet gerechtvaardigd was, en de Raad bevestigde deze uitspraak. De Raad concludeerde dat de appellant niet kon aantonen dat er geen verwijtbaarheid was voor zijn weigering om het werk te accepteren. De verlaging van de uitkering met 100% gedurende een maand was in overeenstemming met de geldende verordening van de gemeente Oldambt. De Raad bevestigde de beslissing van de rechtbank en wees de vordering van de appellant af.