ECLI:NL:CRVB:2018:1776
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van arbeidsongeschiktheid en geschiktheid van functies in het kader van WIA-uitkering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland. De appellant, die zich ziek had gemeld in 2009, had een WGA-uitkering ontvangen, maar betwistte de vastgestelde mate van arbeidsongeschiktheid. De Raad oordeelde dat de gronden in hoger beroep een herhaling waren van eerdere argumenten en dat er geen nieuwe medische gegevens waren overgelegd die de eerdere vaststelling van beperkingen konden onderbouwen. De rechtbank had eerder de mate van arbeidsongeschiktheid vastgesteld op 40,76% na een heronderzoek door het Uwv. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de functies die aan de schatting ten grondslag lagen, geschikt waren voor de appellant. De uitspraak werd gedaan in het openbaar op 6 juni 2018.