ECLI:NL:CRVB:2018:212
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van WGA-uitkering na medisch onderzoek en herbeoordeling van belastbaarheid
In deze zaak gaat het om de beëindiging van de WGA-uitkering van appellante, die zich op 30 maart 2009 ziek meldde vanwege diverse lichamelijke klachten. Appellante ontving vanaf 10 mei 2011 een loongerelateerde WGA-uitkering, maar na een herbeoordeling door het Uwv op basis van een verzekeringsgeneeskundig onderzoek, werd haar uitkering per 4 april 2016 beëindigd. De verzekeringsarts concludeerde dat de beperkingen van appellante onveranderd waren ten opzichte van eerdere beoordelingen, en dat de functies die aan haar werden voorgehouden medisch gezien binnen haar belastbaarheid vielen.
Appellante heeft bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, stellende dat het onderzoek niet zorgvuldig was en dat haar klachten niet goed waren beoordeeld. De rechtbank Amsterdam verklaarde het beroep van appellante ongegrond, en oordeelde dat het medisch onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd. In hoger beroep herhaalde appellante haar standpunt, maar de Centrale Raad van Beroep onderschreef de overwegingen van de rechtbank en concludeerde dat er geen aanknopingspunten waren om te twijfelen aan de uitkomsten van het verzekeringsgeneeskundig onderzoek. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de FML van 28 januari 2016 adequaat was en dat de arbeidskundige beoordeling correct was uitgevoerd. De uitspraak werd openbaar gedaan op 18 januari 2018.