ECLI:NL:CRVB:2018:2489
Centrale Raad van Beroep
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Weigering AOR-toekenningen wegens onvoldoende bewijs oorlogsgetroffenheid
Op 9 augustus 2018 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak van appellante tegen de Pensioen- en Uitkeringsraad. Appellante had een aanvraag ingediend voor toekenningen op grond van de Algemene Oorlogsongevallenregeling (AOR), maar deze aanvraag was eerder afgewezen omdat er geen bewijs was dat zij betrokken was bij oorlogsomstandigheden. De Raad heeft vastgesteld dat appellante in eerdere aanvragen geen bevestigingsgegevens heeft overgelegd die haar claims ondersteunen. De Raad oordeelde dat voor erkenning als oorlogsgetroffene onder de AOR, de aanvrager moet kunnen aantonen dat hij of zij daadwerkelijk oorlogsgebeurtenissen heeft meegemaakt. In deze zaak ontbraken objectieve gegevens die de claims van appellante konden bevestigen. De verklaringen van haar moeder en een behandelend psycholoog werden niet als voldoende bewijs beschouwd. De Raad concludeerde dat het bestreden besluit van de Pensioen- en Uitkeringsraad in stand kon blijven en verklaarde het beroep ongegrond. Er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.