Uitspraak
17.124 PW
OVERWEGINGEN
.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft appellante op 26 november 2015 een aanvraag om bijstand op grond van de Participatiewet (PW) ingediend. Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven heeft appellante verzocht om aanvullende gegevens, waaronder bankafschriften en betaalbewijzen, om haar aanvraag te kunnen beoordelen. Appellante heeft echter niet tijdig of volledig gereageerd op deze verzoeken. Op 20 januari 2016 heeft het college de aanvraag buiten behandeling gesteld, wat later door de rechtbank Oost-Brabant werd bevestigd. Appellante heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn uitspraak van 14 augustus 2018 geoordeeld dat het college terecht de aanvraag buiten behandeling heeft gesteld. De Raad overweegt dat de aanvrager verplicht is om de benodigde gegevens te verstrekken voor een goede beoordeling van de aanvraag. Appellante heeft niet onderbouwd waarom zij niet over de gevraagde gegevens kon beschikken, waardoor haar beroep op de onvolledigheid van de aanvraag niet slaagt. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en stelt vast dat het college in redelijkheid van zijn bevoegdheid gebruik heeft gemaakt om de aanvraag niet te behandelen.
De uitspraak benadrukt het belang van het aanleveren van relevante gegevens bij aanvragen om bijstand en de verantwoordelijkheden van de aanvrager in dit proces. De Raad concludeert dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten, en bevestigt de beslissing van de rechtbank.