ECLI:NL:CRVB:2018:2722
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.P.M. Zeijen
- R.B. Kleiss
- R.P.T. Elshoff
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het recht op ziekengeld op basis van medisch onderzoek en arbeidsgeschiktheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 5 september 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over de rechtmatigheid van de beëindiging van het recht op ziekengeld van appellant, die zich ziek had gemeld na een dienstverband als manager bedrijfsvoering. Appellant had zich op 7 december 2010 ziek gemeld met lichamelijke klachten en was later in aanmerking gebracht voor een loongerelateerde WGA-uitkering. In 2015 meldde hij zich opnieuw ziek, terwijl hij slechts drie uur per week werkte. Het Uwv concludeerde na medisch onderzoek dat appellant per 25 september 2015 arbeidsgeschikt was en geen recht meer had op ziekengeld. De rechtbank Rotterdam bevestigde deze beslissing, waarna appellant in hoger beroep ging.
De Raad oordeelde dat de rechtbank terecht geen reden had om te twijfelen aan de zorgvuldigheid van het medisch onderzoek dat door het Uwv was uitgevoerd. De verzekeringsarts had vastgesteld dat appellant voldoende uren had om te herstellen, ondanks zijn medische klachten. Appellant voerde aan dat het medisch oordeel onzorgvuldig was en dat er geen informatie was ingewonnen bij zijn behandelende artsen. De Raad oordeelde echter dat het Uwv alle relevante medische informatie had betrokken in zijn beoordeling en dat er geen aanleiding was om aan de arbeidsgeschiktheid van appellant te twijfelen. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek om schadevergoeding af.