ECLI:NL:CRVB:2018:2867
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bijzondere bijstand voor diverse goederen zonder bijzondere omstandigheden
Op 28 augustus 2018 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De zaak betreft de afwijzing van een aanvraag voor bijzondere bijstand voor de kosten van een slaapbank, televisie en bankstel door het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam. De aanvraag werd afgewezen op basis van het argument dat de kosten niet voortvloeien uit bijzondere omstandigheden. De rechtbank had het beroep tegen deze afwijzing ongegrond verklaard.
De appellant was niet verschenen tijdens de zitting, terwijl het college werd vertegenwoordigd door mr. L.A. Bouter. De Centrale Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de beroepsgrond van de appellant, die stelde dat er ten onrechte geen kostenveroordeling was verleend, niet slaagde. Dit omdat het beroep niet gegrond was verklaard en er geen aanleiding was voor een kostenveroordeling.
De appellant voerde aan dat hij niet in staat was een lening aan te gaan voor de kosten, omdat hij vreesde dat deze lening als inkomen zou worden aangemerkt. De Raad oordeelde dat er een onderscheid gemaakt moet worden tussen leningen voor levensonderhoud en leningen voor duurzame gebruiksgoederen. De Raad concludeerde dat de appellant niet kon aantonen dat er bijzondere omstandigheden waren die een afwijking van de standaardprocedure rechtvaardigden. De eerdere besluitvorming van het college werd als rechtmatig beschouwd, en de gevolgen daarvan kwamen voor rekening van de appellant. De Raad besloot dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.