ECLI:NL:CRVB:2018:3154
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering van WIA-uitkering op basis van arbeidsongeschiktheid en medische beoordeling
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 oktober 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Amsterdam. Appellante, die als alpha-hulp werkte, had een WIA-uitkering aangevraagd na uitval door rug- en knieklachten. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) had vastgesteld dat appellante minder dan 35% arbeidsongeschikt was, wat leidde tot de weigering van de uitkering. Appellante heeft in hoger beroep aangevoerd dat de verzekeringsartsen onvoldoende rekening hebben gehouden met haar beperkingen en dat er sprake is van een toename van haar klachten. De Raad heeft het medisch onderzoek door het Uwv als zorgvuldig beoordeeld en geen aanleiding gezien om te twijfelen aan de conclusies van de verzekeringsarts bezwaar en beroep. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de medische informatie van de behandelaars adequaat was betrokken bij de beoordeling van de beperkingen van appellante. De Raad heeft de aangevallen uitspraak van de rechtbank bevestigd, waarbij werd geconcludeerd dat appellante medisch geschikt is voor de functies die aan de schatting ten grondslag liggen. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.