ECLI:NL:CRVB:2018:3260
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M. Schoneveld
- J.J. Kooijman
- M. ter Brugge
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand wegens hoofdverblijf buiten de gemeente
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 oktober 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. De appellant, vertegenwoordigd door zijn bewindvoerder en advocaat mr. G.J.A.M. Gloudi, had hoger beroep ingesteld tegen de intrekking en terugvordering van bijstand door het college van burgemeester en wethouders van Almere. De intrekking was gebaseerd op het feit dat de appellant geen hoofdverblijf had in de gemeente Almere, maar in de gemeente Lelystad. De Raad heeft vastgesteld dat de appellant in de periode van 24 februari 2010 tot en met 31 juli 2011 bijstand ontving, maar dat hij in die periode feitelijk zijn hoofdverblijf had in Lelystad, waar hij samenwoonde met een andere persoon. Dit werd ondersteund door onderzoeksresultaten van de sociale recherche, die concludeerden dat de appellant en zijn partner in die periode samenwoonden. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd, waarin het beroep van de appellant ongegrond werd verklaard. De Raad oordeelde dat de intrekking van de bijstand en de terugvordering van de kosten van de bijstand terecht waren, omdat de appellant niet voldeed aan de voorwaarden voor bijstandsverlening.