ECLI:NL:CRVB:2018:3424
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- E.E.V. Lenos
- M.D.F. de Moor
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing verzoek om schadevergoeding en proceskostenvergoeding in het kader van de Algemene Kinderbijslagwet
Op 1 november 2018 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft een verzoek van appellant om vergoeding van schade en proceskosten in het kader van de Algemene Kinderbijslagwet (AKW). Appellant had eerder besluiten van de Sociale verzekeringsbank (Svb) ontvangen waarin hem werd medegedeeld dat hij geen recht had op kinderbijslag over een bepaalde periode en dat hij een bedrag van € 1.366,04 diende terug te betalen. Na een verzoek om uitstel van betaling en een beroep tegen het uitblijven van een beslissing, heeft de rechtbank het verzoek om vergoeding van proceskosten afgewezen, omdat er geen sprake was van beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
In hoger beroep heeft appellant aangevoerd dat hij kosten heeft gemaakt en verzocht om schadevergoeding van € 25.000,-, onder andere omdat de rechtbank te laat uitspraak zou hebben gedaan. De Svb heeft hiertegen verweer gevoerd en gesteld dat het verzoek om schadevergoeding niet voldoende onderbouwd was. De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de redelijke termijn voor de behandeling van de zaak niet was overschreden en dat appellant niet in aanmerking kwam voor schadevergoeding. De Raad heeft ook bevestigd dat er geen reden was om de rechtbank te veroordelen tot vergoeding van schade.
De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere beslissing van de rechtbank en wijst het verzoek om schadevergoeding af. De Raad heeft benadrukt dat er geen aanleiding is om tot een veroordeling tot vergoeding van schade of proceskosten over te gaan, en dat de aangevallen uitspraak wordt bevestigd.