Uitspraak
15.6145 WAO, 15/6148 WAO
OVERWEGINGEN
primaire besluiten 1 tot en met 5, de WAO‑uitkering van appellant met terugwerkende kracht herzien, het kortingsbedrag opnieuw vastgesteld, de te veel betaalde WAO‑uitkering teruggevorderd en correspondentie verzonden over de invordering van het te veel betaalde bedrag. Vervolgens zijn het besluit tot herziening met terugwerkende kracht en het besluit tot terugvordering ingetrokken, waardoor de grondslag verviel van voornoemde correspondentie met betrekking tot de invordering. Voor een omschrijving van de primaire besluiten 1 tot en met 5 wordt verwezen naar de aangevallen uitspraak, waarbij met de rechtbank wordt geconstateerd dat van een daadwerkelijk bestaan van primair besluit 5 niet is gebleken.
primair besluit 6) de WAO‑uitkering van appellant met ingang van 1 november 2013 verlaagd tot een bedrag van € 30,29 per dag.
primair besluit 7) heeft het Uwv aan appellant medegedeeld dat de vordering uit 2010 na vereffening was voldaan, en dat er van de vordering als beschreven in 1.2 nog een bedrag van netto € 3.481,89 resteerde. Bij besluit van 22 januari 2014 (
primair besluit 8) is primair besluit 7 – waarin nog werd uitgegaan van de onder 1.2 beschreven, maar inmiddels ingetrokken terugvordering – ingetrokken en is aan appellant verzocht het van de vordering uit 2010 resterende bedrag van € 3.405,54 ineens aan het Uwv over te maken.
bestreden besluit 1) is het bezwaar tegen de primaire besluiten 1, 2, 4, 5 en 7 niet-ontvankelijk verklaard. Het bezwaar tegen de primaire besluiten 3 en 6 is ongegrond verklaard. Het bezwaar tegen primair besluit 8 is gegrond verklaard. Besloten is dat de eerder lopende maandelijkse inhouding van € 76,35 zal worden gehandhaafd.
primair besluit 9) is het Uwv tegemoet gekomen aan het verzoek van appellant, één van deze betalingen te beschouwen als betaling over augustus 2014. Bij besluit van 23 december 2014 (
bestreden besluit 2) heeft het Uwv het bezwaar van appellant tegen deze brief niet‑ontvankelijk verklaard.
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak voor zover daarbij het beroep tegen de primaire besluiten van 2 december 2014 en 15 januari 2015 ongegrond is verklaard;
- verklaart het beroep tegen de brieven van 2 december 2014 en 15 januari 2015 niet‑ontvankelijk;
- bevestigt de aangevallen uitspraak voor het overige;
- bepaalt dat het Uwv het door appellant in beroep en in hoger beroep betaalde griffierecht van € 168,- aan appellant terugbetaalt.