ECLI:NL:CRVB:2018:3847
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekken en terugvorderen van bijstand wegens niet melden inschrijving bij de Kamer van Koophandel
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 november 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 26 januari 2017. De appellant, die een autorijschool heeft, had zijn inschrijving bij de Kamer van Koophandel (KvK) niet tijdig gemeld bij het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam. Dit leidde tot de intrekking van zijn bijstandsuitkering met ingang van 1 juli 2015 en de terugvordering van de bijstand over de periode van 1 juli 2015 tot en met 30 september 2015.
De Raad oordeelde dat de appellant niet aannemelijk had gemaakt dat hij recht op bijstand zou hebben gehad als hij zijn inschrijving tijdig had gemeld. Het college kon daardoor het recht op bijstand niet vaststellen. De Raad benadrukte dat het niet uitmaakt of er sprake was van opzet; het niet melden van relevante informatie kan gevolgen hebben voor de vaststelling van het recht op bijstand. De Raad concludeerde dat er geen dringende redenen waren om van terugvordering af te zien en dat het hoger beroep van de appellant niet slaagde.
De uitspraak bevestigt de eerdere beslissing van de rechtbank en benadrukt het belang van het tijdig melden van relevante wijzigingen in de persoonlijke situatie van de bijstandsontvanger. De beslissing is openbaar uitgesproken en is gebaseerd op de overwegingen die in het proces-verbaal zijn vastgelegd.