ECLI:NL:CRVB:2018:3903
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring van bezwaar tegen schuldig nalatig verklaring AOW-premie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 6 december 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar van appellant tegen een besluit van de Sociale verzekeringsbank (Svb). Het bezwaar was ingediend tegen een besluit van 1 februari 2017, waarin appellant voor 100% schuldig nalatig werd verklaard voor het niet betalen van AOW-premie over een bepaalde periode. De Svb had het besluit verzonden naar het laatst bekende adres van appellant in Duitsland, terwijl hij inmiddels naar België was verhuisd. Appellant diende zijn bezwaar op 26 oktober 2017 in, wat ruimschoots na de wettelijke termijn was. De Raad oordeelde dat het besluit op de juiste wijze was bekendgemaakt en dat er geen verschoonbare termijnoverschrijding was. De rechtbank had het beroep tegen de niet-ontvankelijkverklaring terecht afgewezen. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.