Uitspraak
17.1087 WAO
OVERWEGINGEN
.Een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft in een rapport van 19 juli 2016 berekend dat appellant 45 tot 55% arbeidsongeschikt blijft.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, die op 30 december 2016 een eerdere beslissing over de WAO-uitkering van appellant had genomen. Appellant ontvangt sinds 24 januari 2002 een WAO-uitkering vanwege arm- en psychische klachten, die laatstelijk is vastgesteld op een arbeidsongeschiktheidspercentage van 45 tot 55%. Appellant verzocht in 2013 om herziening van zijn uitkering, omdat zijn gezondheid was verslechterd. Het Uwv heeft daarop verschillende medische onderzoeken uitgevoerd, maar concludeerde dat de arbeidsongeschiktheid van appellant niet verder was toegenomen. De rechtbank had het beroep van appellant gegrond verklaard, maar de Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de rechtbank terecht heeft vastgesteld dat de geselecteerde functies medisch geschikt zijn voor appellant. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank, omdat appellant geen overtuigende argumenten heeft aangedragen die de medische oordelen van het Uwv ondermijnen. De Raad concludeert dat het hoger beroep van appellant niet slaagt en dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten.