ECLI:NL:CRVB:2018:4138
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag om bijstand op grond van de Participatiewet wegens huurinkomsten boven de norm
Op 11 december 2018 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Noord-Nederland. De zaak betreft een appellant die op 5 augustus 2016 een aanvraag om bijstand heeft ingediend op basis van de Participatiewet (PW), met als gewenste ingangsdatum 22 augustus 2016. Het college van burgemeester en wethouders van Groningen heeft deze aanvraag op 8 september 2016 afgewezen, omdat de appellant inkomsten uit verhuur ontving die hoger waren dan de bijstandsnorm die op hem van toepassing was. Dit besluit werd na bezwaar door het college gehandhaafd op 19 december 2016.
De rechtbank heeft het beroep van de appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. De Centrale Raad van Beroep heeft de te beoordelen periode vastgesteld van 22 augustus 2016 tot en met 8 september 2016. Het was niet in geschil dat de appellant in deze periode over huurinkomsten beschikte die boven de bijstandsnorm uitkwamen. De appellant voerde aan dat de hypotheeklasten van deze huurinkomsten afgetrokken moesten worden, maar de Raad oordeelde dat er geen ruimte is voor deze verrekening volgens de geldende rechtspraak. De PW biedt geen mogelijkheid om verwervingskosten in mindering te brengen bij de vaststelling van het in aanmerking te nemen inkomen.
De Raad concludeerde dat het hoger beroep van de appellant niet slaagde en dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en is vastgelegd in een proces-verbaal.