ECLI:NL:CRVB:2018:692
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van arbeidsongeschiktheid en WIA-uitkering na psychische klachten
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 7 maart 2018 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de beslissing van de rechtbank Amsterdam. Appellante, die sinds 2010 werkzaam was, heeft zich in 2012 ziek gemeld vanwege psychische klachten na een arbeidsconflict. Na een aanvraag voor een WIA-uitkering in 2013, werd deze ontzegd omdat haar arbeidsongeschiktheid onder de 35% werd vastgesteld. Appellante heeft meerdere keren geprobeerd om de beslissing van het Uwv aan te vechten, maar haar beroep werd steeds ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelde dat er geen nieuwe feiten waren die een andere conclusie rechtvaardigden. In hoger beroep heeft appellante opnieuw gesteld dat haar beperkingen zijn onderschat, maar de Raad oordeelde dat de rechtbank de beroepsgronden afdoende had besproken en overtuigend had gemotiveerd waarom deze niet slagen. De verklaring van de psychiater werd niet als voldoende bewijs gezien voor een toename van de beperkingen. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.