ECLI:NL:CRVB:2018:784
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Stehouwer
- J.T.H. Zimmerman
- J.L. Boxum
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake bijstandsverlening en fictieve loonafspraak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 maart 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de rechtbank Noord-Nederland. Het geschil betreft de maandelijkse korting op de bijstandsverlening van betrokkene, die sinds 5 oktober 2012 bijstand ontving op basis van de Participatiewet (PW). De appellant, het college van burgemeester en wethouders van Hoogezand-Sappemeer, had betrokkene een verplichting opgelegd om zijn werkuren door te geven, gebaseerd op een nul-urenovereenkomst met zijn broer, die als werkgever fungeerde. De Raad oordeelde dat het college niet voldoende had aangetoond dat betrokkene recht had op middelen gebaseerd op een dienstverband van twintig uur per week. De rechtbank had eerder het bestreden besluit vernietigd, omdat het college niet had aangetoond dat betrokkene redelijkerwijs kon beschikken over de veronderstelde inkomsten. De Raad bevestigde dat het college de feitelijke inkomsten van betrokkene aan de hand van salarisspecificaties in mindering moest brengen op de bijstand, maar dat het college ook deugdelijk kon motiveren dat betrokkene meer middelen had dan de wisselende inkomsten. De uitspraak leidde tot de vernietiging van de eerdere uitspraak van de rechtbank, met de opdracht aan het college om een nieuw besluit te nemen op bezwaar, waarbij het recht op bijstand opnieuw beoordeeld moest worden.