ECLI:NL:CRVB:2018:788
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake WIA-uitkering en arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, die op 19 januari 2016 uitspraak deed in een geschil over de WIA-uitkering van appellante. De Centrale Raad van Beroep heeft op 15 maart 2018 uitspraak gedaan in deze zaak, geregistreerd onder nummer 16/1403 WIA. De Raad heeft het bezwaar van appellante tegen het besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) gegrond verklaard voor wat betreft de mate van arbeidsongeschiktheid, die is vastgesteld op 100%. Echter, het bezwaar tegen een tweede besluit van het Uwv is niet-ontvankelijk verklaard, omdat appellante geen procesbelang had. De rechtbank had eerder het beroep tegen beide besluiten ongegrond verklaard, en de Raad heeft deze overwegingen overgenomen en bevestigd. De Raad oordeelde dat appellante niet voldoende onderbouwd had waarom de bestreden besluiten onjuist zouden zijn, en dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat appellante op een hoorzitting was geweest. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.