Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot schadevergoeding af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, waarin de rechtbank het beroep van appellant ongegrond heeft verklaard. Appellant, die sinds 22 maart 2010 arbeidsongeschikt is door lichamelijke klachten, heeft in 2012 een loongerelateerde WGA-uitkering ontvangen. Het Uwv heeft in 2014 vastgesteld dat appellant recht heeft op een WGA-vervolguitkering, gebaseerd op een mate van arbeidsongeschiktheid van 55 tot 65%. Appellant is het niet eens met deze beoordeling en stelt dat zijn klachten zijn verslechterd, waardoor hij volledig arbeidsongeschikt is. De rechtbank heeft geoordeeld dat het verzekeringsgeneeskundig oordeel zorgvuldig is geweest en dat er geen reden is om te twijfelen aan de conclusies van de verzekeringsarts.
In hoger beroep herhaalt appellant zijn standpunt dat hij niet in staat is om de geduide functies te vervullen. Het Uwv heeft verzocht om de uitspraak van de rechtbank te bevestigen. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de gronden in hoger beroep in essentie gelijk zijn aan die in beroep. De Raad onderschrijft het oordeel van de rechtbank en concludeert dat het Uwv rekening heeft gehouden met alle klachten van appellant. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het verzoek om schadevergoeding af, omdat het hoger beroep niet slaagt. De uitspraak is gedaan op 5 januari 2018.